Overzicht creëren van systemen en hardware
Om informatiebeveiliging en privacy goed te kunnen inrichten is het nodig dat je weet welke software en hardware binnen jouw organisatie worden gebruikt. Door dit in kaart te brengen, kun je de juiste beveiligingsmaatregelen nemen. Denk hierbij aan het uitvoeren van BIV-classificaties, het toepassen van de juiste back-ups of het tijdig patchen van systemen.
Resultaat van dit deelproject
- Er is een configuratiemanagementdatabase (CMDBCMDB staat voor configuratiemanagementdatabase. Het is een database waarin alle zogeheten configuratie-items van de it-omgeving van een organisatie zijn opgeslagen. Denk aan informatie over gebruikte hardware, software, onderlinge relaties, versienummers, licenties en configuratiebaselines.) ingericht.
- Er is een vastgesteld configuratiemanagementproces.
Normen bij dit deelproject
- Norm CO.01 Identificatie en onderhoud van configuratie-items
- Norm CO.02 Configuratiedatabase en baseline
- Norm DM.01 Data- en systeemeigenaarschap
- Systeemeigenaarschap wordt behandeld binnen dit deelproject. Data-eigenaarschap wordt toegelicht binnen het deelproject Informatiearchitectuur in kaart brengen.
Configuratiemanagementdatabase
In dit deelproject ga je een configuratiemanagementdatabase (CMDB) inrichten. Hiermee creëer je een overzicht van alle software en hardware binnen je school. De software en hardware die je opvoert worden configuratie-items genoemd.
Wie doet wat
- Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het opstellen van het configuratiemanagementproces en stelt het proces formeel vast.
- De proceseigenaar van het configuratiemanagementproces richt een CMDB in en zorgt ervoor dat er een configuratiemanagementproces aanwezig is.
- IT-beheerders en systeemeigenaren zorgen ervoor dat configuratie-items zijn opgevoerd in het CMDB en dat wijzigingen in configuratie-items worden verwerkt.
Aan de slag
Met het volgen van onderstaande stappen richt je een proces in voor configuratiemanagement.
1. Richt een configuratiemanagementdatabase in
Begin met het inrichten van een CMDB. Bepaal welke configuratie-items (software en hardware) worden vastgelegd in het CMDB en welke attributen worden opgenomen. Attributen zijn kenmerken van of informatie over een configuratie-itemDe software en hardware die je opvoert in je configuratiemanagementdatabase.. Denk aan de eigenaar, de classificatie van een systeem of de einddatum van een licentie.
Voor het inrichten van een CMDB kun je gebruik maken van een CMDB-tool, werken met een eigen Excelbestand of de tool Applicatielandschap in kaart gebruiken. Met deze tool breng je in kaart welke applicaties jouw school voor welke taken gebruikt en welke software en hardware je in huis hebt.
Let op: in deze stap vul je de CMDB nog niet in. Dit doe je in stap 4.
2. Stel een configuratiemanagementproces op
Werk vervolgens een configuratiemanagementproces uit. Dit proces beschrijft hoe configuratie-items worden beheerd in je CMDB en hoe de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Je kunt hiervoor het voorbeelddocument configuratiemanagementproces (docx) gebruiken.
3. Informeer medewerkers over hun verantwoordelijkheden
Zorg dat medewerkers worden geïnformeerd over de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het configuratiemanagementproces.
4. Vul het CMDB in en beleg het systeemeigenaarschap
Organiseer een sessie om het CMDB in te vullen. Betrek de juiste medewerkers om tot een compleet overzicht van alle software, hardware, licenties en overige configuratie-items te komen. Gebruik hiervoor de stappen van het configuratiemanagementproces. Beleg het systeemeigenaarschap voor minimaal de software binnen het CMDB.
5. Monitor de voortgang
Monitor de voorgang van het proces en stuur bij waar nodig.